Gamen & opvoeding: Minecraft
“Kom op, nu is het klaar met Lego-spelen – je bent er al ’n uur mee bezig!! Ga ’s even naar buiten of zo!”
Zou je dit tegen je 8-jarige zoon zeggen terwijl hij zichtbaar helemaal in zijn spel opgaat? Waarschijnlijk niet.
Lego, ik heb er vroeger ook uren mee gespeeld: zittend op de grond in mijn kamer mijn favoriete huis bouwen, grote tuin annex dierentuin erbij, garage met oprit. Steeds maar finetunen, afbreken, opnieuw beginnen. Zo creëerde ik mijn eigen wereld, alleen soms met anderen, en elke keer werd het bouwwerk mooier.
Waarom geven we als ouders dan soms zo af op Minecraft, is het zo anders dan de tastbare blokken waar wij destijds mee speelden? Ook daarin wordt gebouwd, hele werelden worden gecreëerd, waar je op onderzoek uitgaat, je eigen eten moeten zoeken en bereiden en de held mag uithangen. Je maakt steeds weer keuzes over wat je nodig hebt om alles mooier en beter te maken en ook dit doe je alleen of samen. Er zijn geen instructies, het vinden en delen van info is een onderdeel van het spel. Via YouTube en andere kanalen worden kennis en kunde gedeeld, dus het heeft ook nog een sociaal karakter. Het is alleen even wennen aan het taalgebruik wat erbij hoort:
“Even wat diamonds pakken…”
“Een Enderman, snel een pompoen op mijn hoofd zetten!”
“Ah, goed zeg, een gouden appel!”
“Snel een brug bouwen zodat ik bij het ei kan komen”
Leuke bijkomstigheid is dat het spel in het Engels is. Best nuttig voor het dagelijkse leven toch, dat je zoon weet wat ‘armor’ en ‘dungeon’ betekent?