Kind en scheiding

“Ze zitten al bijna 10 jaar in een vechtscheiding, hij was zes toen het circus begon” vertelde de man, ongeveer mijn leeftijd, met wie ik aan de praat raakte. Hij zat aan het tafeltje naast mij in een koffietentje aan het water, de zon kwam net om de hoek kijken.

Hij refereerde aan de zoon van zijn ex-vriendin met wie hij tot een jaar of vier geleden had samengewoond. Ze vormden een samengesteld gezin met zijn eigen twee wat oudere zoons. “Laatst kwam hij even langs, kort bezoekje, het mag niet van zijn moeder, die wil dat hij helemaal geen contact meer heeft met mij. Het was zo leuk om hem weer te zien. Lange slungel geworden, tja, bijna 16…” Hij zuchtte en speelde met zijn koffielepeltje. Je zag aan hem dat hij hem miste. Is ook niet niks om, na een aantal jaar samenwonen, naast je partner ook afscheid te moeten nemen van een kind.

“Het gaat al ’n tijd niet zo goed met hem.” vervolgde de man. “Hij heeft niet veel vrienden en wordt gepest op school. Hij vertelde dat hij op jongens valt en niet zo goed weet hoe hij hiermee om moet gaan. Durft het niet aan zijn moeder te vertellen, laat staan aan zijn vader. Hij is ook nog ’s enig kind.”

Een gevoel van eenzaamheid bekroop mij. Ik keek naar het Spaarne waar een sloep met toeristen voorbijvoer, de schipper stond met trots aan het roer.  Er kwam een beeld in mij op van een zeilbootje met een jongen achter het roer, dolend langs de kust, omdat hij niet kan aanmeren bij één van die twee veilige havens die hij kent. De havenmeesters, zijn ouders, hebben het te druk met zichzelf om hem rustig naar binnen te loodsen en een plek te geven.

Scheiden is topsport. Je zit in de rouw en tegelijkertijd loopt het leven gewoon door: de kinderen moeten naar school, huiswerk, sport, vriendjes, werk, sociale verplichtingen. Elk kind heeft zijn eigen rouwproces en tempo en vraagt daar aandacht voor. Of niet. En daar word je onzeker van, want dat wil niet zeggen dat het goed gaat met hem of haar. Gedachtes over wie gaat waar wonen, hoe gaan we dat praktisch aanpakken, de financiële afwikkeling, co-ouderschap.

Ik herinner mij nog ons eerste gesprek bij de mediator, welke plaats vond in een statig oud pand in Haarlem. Via een krakende houten trap bereikte wij haar werkkamer op de zolderetage, door het raam zag ik de toppen van de bomen van het park. We namen naast elkaar plaats aan de grote ovale tafel, zo dicht bij elkaar en tegelijkertijd zo ver van elkaar af. Het had iets heel onwerkelijks.

Een stroom van gedachten en gevoelens gingen door mij heen: verdriet om ons en ons gezin, verwijten naar de vader van mijn kinderen, onzekerheid over o.a. de financiële beslissingen die genomen moesten worden. Qua kennis liep ik wat achter op dat stuk. Het is lastig onderhandelen met al die onverwerkte emoties. Hoofd en hart zijn in conflict met elkaar. En wat voor effect zal de scheiding gaan hebben op onze drie jonge kinderen? Het is kortgezegd gewoon een shitsituatie. Voor alle betrokkenen. De dobbelstenen waren gegooid en de worp leidde ons niet naar “Sla één beurt over” maar naar “Ga terug naar start”.


Pling. De telefoon van de man lag op tafel, zijn scherm lichtte op met een foto van een schattig baby’tje in de armen van een vrouw met lang donker haar. “Wat lief!” zei ik kijkend naar zijn telefoon. Hij pakte de telefoon op en keek er met trots naar. “Ja” zie hij “Dat is mijn vriendin met onze dochter van twee maanden.” Het leven gaat door.


Previous
Previous

September: Scheidingsmaand

Next
Next

Huiswerk maken