Kinderen en rouw
Ik zag deze week de korte documentaire “Waarom bleef je niet voor mij?” van Milou Gevers (29) over kinderen die een ouder aan zelfmoord hebben verloren: https://youtu.be/Hk8P4BiQN68
De vragen waar ze mee zitten, gevoelens van eenzaamheid en schuld en het gevoel de enige te zijn die dit heeft meegemaakt. Milou verloor zelf haar moeder 10 jaar geleden aan zelfmoord. In de documentaire interviewt ze vier kinderen en stelt zij de vragen die niemand destijds aan haar durfde te stellen. De kwetsbaarheid maar ook de veerkracht die zij laten zien ontroerde mij.
Buitenstaanders vinden het vaak lastig als iemand in hun omgeving in de rouw is. Ze weten zich geen houding. Zoals een cliënt (15) van mij laatst met enige verbazing zei “Niemand in de klas vraagt hoe het met mij gaat. Misschien doen ze dat niet omdat ik ook wel ‘s vrolijk ben. Dat ze dan denken dat het goed met mij gaat…”
Ik vind dat ook lastig. Je weet niet wat je moet zeggen en hebt het gevoel dat je iemand belast als je er naar vraagt. Gedachten als: “Die zal daar wel niet over willen praten” of “ik wil hem/haar niet (weer) verdrietig maken”. Het tegenovergestelde is waar: door er over te praten mag de overledene er zijn, wordt hij of zij herinnerd. Zoals rouwdeskundige Manu Keirse in een artikel zei: “Niets is erger dan met een boogje om de rouwende heenlopen omdat je niet weet wat je moet doen”. Dat wekt eenzaamheid in de hand.
Fijn dat er organisaties als 113 Zelfmoordpreventie en Stichting Achter de Regenboog zijn. De laatste zet zich in voor kinderen en jongeren (en hun ouders) die te maken krijgen met de dood. Kinderen hebben een uitlaatklep nodig, of dat nou een professional of een buurvrouw is, het is belangrijk dat iemand er voor hun is. En ondertussen neem ik mij voor nog meer te luisteren. Want weer een vraag stellen ligt vaak op de loer terwijl in de stilte het antwoord meer ruimte krijgt.
“Als je kan luisteren naar het verhaal van mensen, creëer je verbinding” aldus Manu Keirse.