Intergenerationeel trauma

“Als tante Rita komt, gaat de moeder huilen.”

 Semarang, oktober 1945. Een quote van mijn moeder. Het einde van ruim 2,5 jaar jappenkamp komt in zicht voor mijn Oma, moeder (net 5) en tante (8). Net als voor de vele andere vrouwen met wie ze al die tijd lief en veel leed hebben gedeeld. Ze wachten. Wachten tot ook zij bevrijd worden en deze tijd achter zich kunnen laten.

En wachten op bericht over hun mannen, waarvan velen krijgsgevangen waren en onder erbarmelijke omstandigheden moesten werken aan de Birma-spoorlijn.

Mijn moeder zit op de grond te spelen in het zand, met haar oedeem-buik lijkt ze ‘voller’ dan ze daadwerkelijk is. Veel is er niet te beleven maar haar zintuigen staan open. Haar scherpe observatie-vermogen heeft ze in deze beginjaren van haar leven ontwikkeld. In haar ooghoek zag ze Tante Rita aankomen lopen, het embleem van het Rode Kruis op haar witte mouw stak helder af. Ze kwam weer verslag uitbrengen over vermiste familieleden. Ze was vaak brenger van slecht nieuws over de mannen die niet meer terug zouden komen. Zo kwam er die ochtend bericht over haar vader en dit keer was het haar moeder die huilde.

Mijn Oma stond er weer – of nog steeds - alleen voor en vertrok in januari ’46 met 8000 weduwen en wezen op De Van Oldenbarnevelt terug naar Nederland. Van de tropische warmte naar de koude Hollandse winter. De foto is genomen in Port Suez waar ze een tussenstop maakte, en door het Rode Kruis voorzien werden van kleding. Voor het eerst droegen ze schoenen wat even wennen was.

Intergenerationeel trauma. Het onderwerp van onze nieuwste podcast waar we Maddy Stolk te gast hadden, kind van Indische ouders die beide in het jappenkamp hebben gezeten. Zij is auteur van het prachtige boek ‘Soedah, laat maar’ over haar familiegeschiedenis waar zwijgen het devies was. Na het overlijden van haar moeder móest het boek geschreven worden. Een aanrader!

Wat voor invloed heeft haar jeugd gehad op de keuzes in haar leven? Hoe lang kun je nog boos blijven op je ouders? Hoe herken je patronen en wat kan je doen om de cirkel te doorbreken?

Wat is intergenerationeel trauma? Dit is wanneer traumatische ervaringen van de ouders worden door gegeven aan de volgende generatie(s). Iemand hoeft niet direct het trauma zelf te hebben ervaren om de gevolgen ervan te voelen. Vaak wanneer iemand in je familie trauma heeft ervaren, kan jij ook symptomen ervan ervaren.

De makkelijk verklaarbare symptomen bij mij waren (verleden tijd: er is bewustwording op  ) dat ik altijd – net als mijn moeder - een volle voorraadkast had. Blikken tomaat, soep en bonen, pakken rijst en pasta etc. terwijl de Appie bijna altijd open én om de hoek is.

Daarnaast bewaarde ik ook alles, je weet tenslotte nooit of het nog tot nut kan zijn: reeds gebruikt cadeaupapier, verpakkingen (handige bakjes voor ‘iets’), elastiekjes, de achterkant van de oude kalender die als notitieblaadjes gebruikt kunnen worden etc. Hier sijpelt ook mijn vaderlijn doorheen, zoon van een zuinige Duitse moeder en ook een oorlogskind.

Ook heb ik altijd iets te eten en drinken bij me heb. Het gevoel van honger geeft mij nog steeds een licht gevoel van paniek.

De laag eronder is minder zichtbaar, deze laat zich subtieler zien. Ik kon disproportioneel huilen als iemand een verhaal vertelde of als ik iets op tv zag dat met verlies (dood) of onrecht te maken. Nou huilen wel vaker mensen bij de scène waarin de moeder van Bambi wordt doodgeschoten, maar op de een of andere manier voelde het anders. Een jaar of tien geleden deed ik hier een familieopstelling op. Voor mij stonden representanten voor mijn moeder, grootmoeder en overgrootmoeder.

Ik kreeg een zware steen aangereikt, deze stond voor ‘Verdriet’.

Ik sprak de systemische zinnen uit:

“Wat ik heb hier in mijn handen heb is verdriet

Dit verdriet is niet van mij

Ik heb het met liefde gedragen

Maar ik geef het nu terug aan jou.”

En overhandigde de steen aan ‘mijn moeder’. Zij nam het in ontvangst, zij bedankte haar ‘dochter’ voor het dragen van het verdriet, viel even stil en zei vervolgens:

“Maar het is niet van mij”.

Zij draaide zich om naar haar moeder, sprak dezelfde zinnen uit en overhandigde de steen aan haar. Mijn Oma nam de steen in ontvangst. Ondertussen stroomden de tranen over mijn wangen, tranen van opluchting en verwarring: ik dacht dat het verdriet van mijn moeder was).

Het viel even stil in de vrouwenlijn zo ook in de zaal. Ik keek langs mijn moeder naar mijn Oma en voelde een enorme verbondenheid.

Toen zei de representant voor mijn Oma: “Ik kon er niks aan doen”. Ik krijg weer kippenvel, deze zin raakt mijn ziel.

Nog meer tranen. Een intens gevoel van liefde en compassie voor alle vrouwen die mij zijn voorgegaan stroomde door mij heen. En opluchting dat deze woorden na al die jaren geuit konden worden. Een generatie die maar doorging, zweeg uit overleving en – onbewust – dit ook deed om de volgende generatie er niet mee te belasten. Zoals mijn moeder laatst zei: “Omamam (zo noemde we haar) vertelde vooral de dagelijkse dingen over de kamptijd en erna, de luchtige dingen, ik denk dat ze de rest bewust wegliet.”

Het is work in progress. Nog altijd sijpelen er kleine dingen door uit mijn beide familiesystemen, kruimels die opgeraapt mogen worden, gezien mogen worden en een plek krijgen. Voor alles een tijd.

Next
Next

Scheiding